Paspoort 

Naam:

Sophie van den Berg - Hofstee
Geboren:

14-04-1989
Privé:

Woont samen met haar man en kinderen in Zeist
Levensloop: Opgegroeid in de Betuwe, theologie gestudeerd aan de Universiteit Utrecht, daarna predikantsopleiding aan de PthU vestiging Utrecht. Sinds 2015 predikant van de Maartenskerkgemeente in Doorn.
Mooiste lied uit het liedboek: Lied 903 ‘Zou ik niet van harte zingen?’
Houdt naast haar werk van: Kunst, muziek en zang, fietsen over de Utrechtse Heuvelrug
Overig:

Naast predikant ook redactielid van ‘Predikant en Samenleving’. Het vakblad van de Bond van Nederlandse Predikanten.


ds SophieVoor een impressie van ds. Sophie, klik hier voor een korte aflevering van ‘De Binnenkamer’, over gebeden uit de christelijke traditie.


Inspiratie

God is degene door wie wij worden overvallen, die onontkoombaar op onze weg treedt.

Dit citaat van de beroemde theoloog Karl Barth is geloof ik wel van toepassing op mijn leven. Met ons gezin gingen we in mijn jeugd met enige regelmaat naar de kerk. Toch is het christelijk geloof me niet met de paplepel ingegoten. Ik kom niet uit een domineesfamilie en wist niet van het bestaan van de studie theologie af. Op de middelbare school ging ik vragen stellen bij het geloof dat ik vanuit mijn opvoeding had ontwikkeld. Ik ging uiteindelijk theologie studeren vanuit het verlangen te willen weten wie God is. Dat de studie theologie vooral betekende dat je jezelf nog méér vragen gaat stellen dan je al had, heb ik gaandeweg mijn studie ondervonden. Toch heeft mijn geloof zich verdiept door de studiejaren heen en heb ik terugkijkend mijn ontwikkeling en weg naar het predikantschap ervaren als roeping en een zegen.



Geloof is getrooste wanhoop
Deze uitspraak schreef ik in het eerste jaar van mijn predikantsopleiding (sept. 2010) in een boekje met inspirerende citaten. Het is een uitspaak van kerkhervormer Maarten Luther, in de mond genomen door mijn docent Ethiek. Het raakt me omdat ik hierin herken waar het in geloven voor mij om gaat: midden in je bestaan met al zijn ingewikkelde vragen over wie je bent en hoe het leven in elkaar zit, aangesproken worden door God en ontdekken dat daar zin en troost te vinden is. Als je dat eenmaal ontdekt, gaat er een wereld voor je open.


Christenen die niet het gevoel hebben van de Gekruisigde te moeten wegvluchten, hebben hem waarschijnlijk nog niet radicaal genoeg begrepen.
Mijn masterthesis schreef ik over een boek van de Duitse theoloog Jürgen Moltmann met de titel Der Gekreuzigte Gott dat in de tijd dat het uitkwam (1972) veel stof deed opwaaien. Sterk beïnvloed door wat Moltmann had meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij een theologie die zijn beginpunt neemt in het kruis van Christus Bijzonder vind ik dat Moltmann aan het begin van zijn boek eerlijk benoemt dat het kruis van Jezus ons afstoot. Het is alles behalve vanzelfsprekend dat het kruis iets over God zou zeggen. Onze eerste natuurlijke neiging is van het kruis te willen wegvluchten. Dat is ook Moltmanns eigen neiging geweest. Toch schrijft hij daarna een boek van 315 pagina's waaruit blijkt dat juist in het kruis van Jezus onthuld wordt wie God is. In het kruis schuilt een geheim waar wij omheen blijven cirkelen in de kerk,en waarvan wij steeds opnieuw weer naar de betekenis zoeken voor ons eigen leven.


We willen tot deze wereld spreken, niet met een half woord, maar met een volledig woord, een moedig woord, een christelijk woord.
De kerk is voor mij de plaats waar de 'hemel opgaat', waar ik God hoop te ontmoeten. Het is de plaats waar ik besef dat onze wereld niet aan zichzelf overgeleverd is maar verbonden is met God. Vanuit de Bijbel wordt elke zondag nieuw licht geworpen op mijn bestaan en wordt ons iets van de zin van het leven onthuld. De kerk is denk ik een unieke plaats: Je kunt er komen zoals je bent; of het nu goed met je gaat of niet. Of je het nu goed voor elkaar hebt of juist niet. Of je er nu elke week zit of voor het eerst. Voor Gods Aangezicht zijn we allemaal gelijk. Dit bovenstaande citaat van Duitse theoloog en kerkleider  Dietrich Bonhoeffer herinnert mij eraan dat Gods liefde niet alleen bestemd is voor de kerk, maar juist voor de wereld! Daarom dient de kerk, hoe moeilijk dat in deze tijd ook is, betrouwbare getuige te zijn van de liefde van God. Daarover te spreken en van daaruit te handelen. Daar is moed voor nodig! De kerk is in die zin ook een soort oefenplaats. De plaats waar wij ons met elkaar oefenen in gebed, zingen, stilte, leren luisteren naar Gods Woord en leren te spreken over Hem. Niet alleen voor onszelf, maar voor de wereld.


Je boek is af, je drinkt niet meer, je hebt je rijbewijs; wat je wil je verder nog voor Godsbewijs?
Dit citaat van Gerard Reve komt wel eens terug in gesprekken met vrienden en familie. Als grapje natuurlijk. Maar naast dat dit citaat mij doet glimlachen zit er ook een diepere laag onder, die Reve op een lichtvoetige manier naar boven brengt. Je kunt bepaalde dingen in het leven als vanzelfsprekend beschouwen, maar je kunt ze ook zien als een cadeau, als een geschenk van God. Denk aan de dingen waar we van genieten: kunst bijvoorbeeld of vriendschap en verbondenheid met mensen. Er zijn dingen die zo bijzonder zijn dat ze voor mij boven zichzelf uit wijzen naar God. Zo bekeken is het leven niet vol van dingen die je bezit maar van dingen die je ontvangt.